Zorgvraagtypering voor passende zorg en vergoeding

Binnen de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg is het zorgprestatiemodel (ZPM) de bekostigingsmethode. Een onderdeel van het ZPM is zorgvraagtypering. Het doel van zorgvraagtypering is om inzicht te krijgen in de ernst, duur en risico’s van de zorgvraag van de cliënt. Samen met zorgaanbieders hebben we de verantwoordelijkheid om de GGZ toegankelijk te houden. We stimuleren daarom dat alleen zorg wordt geleverd die passend is, zodat we de behandelcapaciteit optimaal benutten. Daarom bepalen we vanaf 2026 de hoogte van onze vergoedingen op basis van de combinatie van zorgvraagtype en setting.

Passende zorg voor kortere wachtlijsten

Vanaf 2026 hebben we extra aandacht voor een passende setting in combinatie met de zorgvraagtypering. De reden hiervoor is dat we de schaarse behandelcapaciteit binnen de GGZ zo optimaal mogelijk willen inzetten. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben samen de verantwoordelijkheid om de zorg voor mensen met een complexe hulpvraag toegankelijk te houden. Dit betekent onder andere dat zorg vanuit een specifieke setting alleen ingezet wordt voor cliënten die dat ook daadwerkelijk nodig hebben. En dat lichtere zorgvragen niet in een te hoge setting worden behandeld. Zo kunnen we de wachtlijsten verkorten en ervoor zorgen dat mensen zo snel mogelijk de juiste zorg ontvangen.

Setting op basis van zorgvraagtypering

Om tot de juiste zorgvraagtypering van de cliënt te komen, vult de regiebehandelaar de dynamische of volledige vragenlijst voor zorgvraagtypering in, waar een advies uit komt. De regiebehandelaar kiest mede aan de hand van dit advies het meest passende zorgvraagtype. De cliënt wordt op basis van de zorgvraag verwezen naar de best passende setting waarbinnen de zorg geleverd kan worden. Een setting is een onderscheidende combinatie van benodigde infrastructuur en inzet van verschillende disciplines. Wij verwachten van zorgaanbieders dat zij een logische samenhang creëren tussen de zorgvraag en de setting waarin de zorg wordt geleverd.

Vergoedingen voor zorgvraagtypen

Concreet betekent dit dat we vanaf 2026 onze bekostiging gaan aanpassen op basis van zorgvraagtypering. De zorgvraagtypen 1, 2 en 3 staan voor lichte en matige problematiek. Het is voor deze zorg bijvoorbeeld niet passend om zorg in een setting te ontvangen die is ingericht voor ernstige, risicovolle of complexe zorgvragen.

Vergoedingen voor zorgvraagtypen 1, 2 en 3

  • Zorgvraagtypen 1 en 2 betalen we maximaal uit conform het monodisciplinaire tarief (setting 1 of 2)*
  • Zorgvraagtype 3 betalen we maximaal uit conform het multidisciplinaire tarief (setting 3)*
  • Verblijfsprestaties bij zorgvraagtypen 1, 2, en 3 betalen we maximaal uit conform het overeengekomen tarief van verblijfszwaarte A*

* De diagnoses middel-gerelateerde stoornis en verslavingsstoornis worden hierbij geëxcludeerd

Vergoedingen voor het profiel GBGGZ

Naast de zorgvraagtypering, zegt ook het onderscheid tussen specialistische en generalistische basis GGZ wat over de te verwachten zorgvraagzwaarte en de gepaste inzet van zorg. Generalistische basis GGZ is bedoeld voor mensen met lichte tot matige psychische problemen. Behandeling hiervan is kortdurend en door inzet van enkelvoudige interventies (monodisciplinaire zorg). Ook hier is behandeling vanaf setting 3 of hoger niet passend. Daarom vergoeden we generalistische basis GGZ alleen binnen setting 1 en 2.

Wat betekent dit voor zorgaanbieders?

Het is van belang dat er een logische samenhang is tussen de setting en het zorgvraagtype. Daarom vragen we zorgaanbieders om volgens dit principe bij ons te declareren. Onder 'Vergoedingen voor zorgvraagtype' hierboven, staat welke vergoedingen wij gebruiken voor de zorgvraagtypen.

Na afloop van het contractjaar voeren wij controles uit op de gedeclareerde combinaties van setting en zorgvraagtypen. Blijken er combinaties tussen te zitten die niet passend zijn? Dan moeten wij het te veel uitbetaalde bedrag terugvorderen. Declaraties met het profiel GBGGZ in combinatie met setting 3 of hoger keuren we op voorhand af, zodat deze niet later teruggevorderd hoeven te worden. 

Veelgestelde vragen en antwoorden

  • De regiebehandelaar kiest het juiste zorgvraagtype voor de cliënt. Dit gebeurt op basis van diagnostiek. Vervolgens verwijst de regiebehandelaar de cliënt naar de juiste setting. Het behandelplan is bepalend voor welke setting passend is.

    Welk zorgvraagtype bij een cliënt past, is dus niet vooraf administratief vastgelegd. Dit wordt ook niet bepaald op basis van de afdeling waar de cliënt in behandeling is. De inhoudelijke beoordeling van de regiebehandelaar is hierbij leidend.

  • Ja, het gebruik van zorgvraagtypering is toegestaan bij de inkoop van zorg in 2026. Dit voldoet aan de privacywetgeving rondom de verwerking van gedetailleerde persoonlijke gegevens. De Rechtbank in Utrecht heeft hierover uitspraak gedaan.
  • De HoNOS+ vragenlijst is niet bepalend bij het kiezen van een passend zorgvraagtype, maar alleen ondersteunend. Het helpt de regiebehandelaar een meer onderbouwde keuze te maken. Het blijft aan de regiebehandelaar zelf om een zorgvraagtype met een passende beschrijving te kiezen, op basis van de klachten, beperkingen en risico’s die psychische stoornis veroorzaken. De Adviescommissie geeft aan dat zorgvraagtypering op dit moment wel degelijk kan worden ingezet voor het goede gesprek over passende zorg voor groepen patiënten. Onze werkwijze sluit daarom goed aan bij dat advies. 
  • In de analyse waar de Adviescommissie zich op baseert, is alleen gekeken naar zorgkosten. Daaruit blijkt dat de zorgkosten bij de hogere zorgvraagtypen inderdaad onvoldoende voorspelbaar zijn. Dit werd veroorzaakt door uiteenlopende kosten binnen die zorgvraagtypen en door lage aantallen binnen deze analyse. Voor de lage zorgvraagtypen werd wel een redelijke consistentie gezien in de bijbehorende zorgkosten. Wij gebruiken de zorgvraagtypering overigens niet om individuele behandelkosten te voorspellen. We gebruiken dit alleen om afspraken te maken op groepsniveau.

    We zien namelijk niet de kosten als belangrijkste relatie tussen het zorgvraagtype en passende setting, maar de inhoudelijke beschrijving hiervan. Een belangrijk uitgangspunt van het zorgprestatiemodel is namelijk dat tegenover geleverde zorg passende vergoedingen moeten staan. Eén van de manieren waarop het zorgprestatiemodel dat doet, is door rekening te houden met de setting. De cliënt wordt op basis van de zorgvraag bewust verwezen naar een bepaalde setting. Daarom zien we het als logisch beleid om het zorgvraagtype te verbinden aan een passende setting, en op basis hiervan de zorg te vergoeden.

Heeft u andere vragen over het gebruik van zorgvraagtypering? Neem dan contact met ons op, we helpen u graag verder. 

  • Logo VGZ
  • Logo Bewuzt
  • Logo IZA
  • Logo VGZ voor de Zorg
  • Logo Unive
  • UMC Zorgverzekering
  • Logo Zekur
  • Logo Zorgzaam